Op donderdag 6 juni 2024 is het precies tachtig jaar geleden dat de Geallieerden landden op de stranden in Normandië. Deze grootste amfibische invasie staat in de geschiedenis bekend onder de codenaam Operatie Overlord. De Canadezen, Amerikanen en Engelsen openden op 6 juni 1944 via vijf stranden een tweede front in Europa. D-day betekende een beslissend keerpunt tijdens de Tweede Wereldoorlog

Enige tijd geleden ontdekte Ada Heshusius-Jansen een schrift van haar moeder, Driesje Jansen-van Koot (1921-2004). Op 6 juni 1944 besloot Driesje, die met haar ouders en haar twee zussen aan de Beekstraat 21 woonde, om een dagboek bij te houden. De gebeurtenissen rondom de invasie in Normandië vormden daartoe de aanleiding.

De ouders van Driesje hadden destijds een kapperszaak. Via een goed verborgen radio werden vrijwel dagelijks berichten over het verloop van de oorlog afgeluisterd. Daarnaast kwam de nieuwsvoorziening via illegale krantjes binnen. De berichten vormden de basis voor de dagelijkse stukjes die Driesje in haar schrift opschreef. De ene dag was er meer nieuws te melden dan de andere dag. Interessant is dat ook de gebeurtenissen in Elburg met enige regelmaat werden beschreven, met name de ontwikkelingen die vooraf gingen aan de bevrijding van Elburg, op 19 april 1945.

Het dagboek eindigt op 7 mei 1945, de dag dat er op De Dam in Amsterdam een dramatische schietpartij plaats vond. Daarbij vielen tenminste 32 slachtoffers.

De tekst van het unieke dagboek is te raadplegen op de website www.elburginoorlogstijd.nl/oorlogsverhalen/driesjevankoot/

Willem van Norel heeft het dagboek uitgetypt en heeft daarbij, samen met Ada Heshusius-Jansen, een inleidend woord geschreven.